Een boerderij staat in Brabant van oudsher met bedrijfsgebouwen geschakeld om een verhard of halfverhard gebied, het boerenerf. Om in de geest van de plek te blijven hebben we gekozen om dit boerenerf terug te brengen op deze locatie.
Een nieuw gebouw als schuur zou een passende invulling geven op deze voormalige agrarische plek. Deze schuur fungeert echter niet als bedrijfsgebouw, maar biedt ruimte voor 6 levensloopwoningen. Het nieuwe gebouw moet echter geen uitstraling hebben van het saaie beeld van een stereotype meerlaagse appartementencomplex. Daarom hebben we als basis voor een landschappelijk volume gekozen: Met lage gootlijn en een relatief hoog dakvlak in relatie tot de gevel.
Om daglicht in het gebouw te krijgen maken we sparingen in het volume. Het kiezen voor sparingen boven toevoegingen leidt ertoe dat het silhouet van een boerenschuur goed zichtbaar blijft. De langsgevels van de boerenschuur zijn oost- en westelijk georiënteerd. De gemaakte sparingen zijn gedraaid naar het zuiden om maximaal profijt te hebben van (zon)licht en het waarborgt de privacy van de bestaande woningen aan de noordzijde van het plan. Naast deze functionele voordelen levert het tevens een fraai en spannend beeld op.
Met materialisatie refereren we naar de geteerde houten gevels van een boerenschuur vroeger. Om bij de eenvoud van het concept te blijven vouwen we het materiaal om alle dak- en gevelvlakken.
Met deze visie hebben we op een eigentijdse wijze een mooie invulling gegeven op de ontwerpopgave. Met historische uitgangspunten maar zonder terug te vallen op historiserende architectuur.